Blog Image

Jan Geerts

Mijn blog - reacties welkom


Zondag 26 februari 2012

Hoofdstuk 6 Posted on zo, februari 26, 2012 13:51

Vorige week rook ik het voor het eerst.

Reuk is een belangrijke indicator.

Ik was er toen niet op voorbereid.

Toen ik buiten kwam, viel het me gelijk op.

Die lucht.

Die kun je niet namaken.

Als je het ruikt, herken je het direct.

Vorige week dus voor het eerst.

Het hielp natuurlijk dat de zon scheen.

De lucht van het voorjaar.

Onmiskenbaar.

Vanmorgen zag ik in een weiland twee staan.

Een lag.

Bij de moeder.

Lammetjes.

De kippen zijn volop aan de leg.

De snottenbellen komen aan de bomen.

De mollen zijn actief.

Overal in de weilanden komen molshopen.

De eenden kwaken.

De zon schijnt.

M. wil de ramen wassen.

M. wil de zomervakantie boeken.

Het wordt lente!!



Zondag 19 februari 2012

Hoofdstuk 6 Posted on zo, februari 19, 2012 14:50

Alles te weten maakt niet gelukkig.

Mijn vader liep op hogere leeftijd moeizaam.

Hij liep met een stok, had later een rollator en een
scootmobiel.

Onderzoek wees uit dat hij hmsn had.

Een erfelijke afwijking waarbij de spieren in de voeten en handen
kracht verliezen.

Meerdere broers en zussen van hem bleken dit ook te hebben.

Net als zijn moeder en zijn opa.

De kans dat de kinderen van mijn vader het krijgen, is 50 %.

Mijn zus wou lang geleden graag weten of zij het ook in de
genen had.

Mijn vader wou niet meewerken aan onderzoek, dus zij weet
het niet.

Ik wou het niet weten.

Nu ik wat ouder lijk te worden, blijk ik het ook te hebben.

In lichte mate.

Onschuldig.

Stelt niks voor.

Soms wat last met het evenwicht doordat de voetspieren
verzwakken.

Ik hoef me nergens zorgen over te maken, zei de neuroloog.

Zijn onderzoekjes wezen uit dat ik tot de hmsn-club hoor.

Nader onderzoek was niet nodig.

Het is ongeveer als volgt, zei hij:

“Het staat in een weiland, het eet gras, geeft melk, is
zwartbont en zegt boe.

De kans dat het een koe is, is erg groot.

Het kan natuurlijk een gemuteerde dalmatiër zijn, maar die
kans is niet zo groot.”

Ik hoef dus geen verder onderzoek.

En ik maak me niet druk.

Ik heb twee dochters.

Die kunnen het ook hebben.

Onze M. wil graag weten of zij het ook krijgt.

Zij werkt in het Radboudziekenhuis in Nijmegen.

Voor het onderzoek in haar genen was ik nodig.

Ze gingen mij dan ook gelijk goed onderzoeken.

Ik moest deze week ’s morgens al om acht uur in Nijmegen
zijn.

Het zou druk zijn in de buurt van Nijmegen, dus ik moest al
vroeg weg.

Opstaan om half vijf. Douchen, eten, hond uitlaten.

Voor half zes reed ik al weg.

Ik was om 7 uur in het ziekenhuis.

Het was er zeer rustig.

Om acht uur werd ik in een klein kamertje gezet met voeten
en handen in een bak warm water.

Met warme voeten en handen kunnen ze de geleiding van
zenuwen beter meten.

Ik moest daar een half uur blijven zitten.

Ik had geen horloge, er was geen klok.

Het duurde lang.

Daarna het onderzoek.

Met plakkertjes en stroomgeleiding maten ze de doorstroming.

Naar gevoel.

Na ruim een uur testen mocht ik naar de neuroloog.

Die deed ook weer testen.

Ik heb het in lichte mate volgens de neuroloogprofessor.

Dus als ik zwalkend loop, komt het hierdoor.

Niet van iets anders.

Toen nog bloed afnemen.

En nu afwachten.

Vooral voor M.

Zij wil het tenslotte weten.



Zondag 12 februari 2012

Hoofdstuk 6 Posted on zo, februari 12, 2012 14:19

Schaatsen dus.

Maandagmorgen heb ik geoefend op onze schaatsbaan.

Na 5 rondjes durfde ik pootje over in de bocht.

Je hebt vaak bochten op de schaatsbaan, dus dat was heel
mooi.

Het schaatsen ging steeds lekkerder.

De slag kwam er weer mooi in.

Woensdag heb ik de Belter Wiede Tocht gereden.

Prachtig.

Wel druk.

Op de meren eerst tegenwind, maar op de terugtocht de
beloning voor de inspanningen: wind mee.

Dan ga je hard.

Het was niet koud.

Komt ook door het harde werken, want schaatsen gaat bij mij
niet vanzelf.

Donderdag de Weerribbentocht.

Heel mooie rit door ons nationale park.

Goed ijs.

Het was heel erg druk.

Schaatsers uit Brabant, Twente, Gelderland.

Ze werden zelfs met de bus aangevoerd.

Er waren nogal wat bruggetjes op de route.

Sommigen durfden daar onderdoor te schaatsen, anderen
kluunden.

Ik kluunde.

Ik zag meerdere schaatsers onderuit gaan onder bruggetjes.

Soms hadden ze dan een nat pak.

Op de kluunplaatsen zat de stemming er goed in.

Schaatsers zijn dan leuk:

Wat vindt u meneer,
wat een klotenijs.

Is hierachter de
Bonkevaart?

Je had twee routes: een rode en een groene.

Voor mij is dat een lichtere en een donkere route.

Ik heb even nagevraagd wat licht en donker was.

Ik reed de goede route.

Bijna iedereen reed goed.

En in file.

Soms kwamen mensen de andere kant op geschaatst.

Dat is heel gevaarlijk, want velen kijken naar het ijs om
buiten de scheuren te blijven.

Er wordt dan veel geschreeuwd. En geremd.

Misschien waren de schaatsers die tegen de routes in
schaatsten, de goede kleur kwijt.

Kan ik me voorstellen.

Het waren trouwens wel vrouwen die verkeerd reden.

Reden waarschijnlijk met een groepje.

Zonder man.

Dan krijg je dat.

Het schaatsen was erg leuk.

Ben niet gevallen.

Heb wel weer medailles en dikke knieën.

En mooie foto’s.

De winter is geslaagd.

Thuis is het ook mooi.

In het weiland bij ons huis staan schapen.

Soms staan ze in onze tuin.

Ze laten zich gemakkelijk terugsturen.

Makke schapen dus.

Was iedereen maar zo gemakkelijk.



Zondag 5 februari 2012

Hoofdstuk 6 Posted on zo, februari 05, 2012 13:49

Volgens M. zou ik met thermisch ondergoed kunnen doorbouwen.

Mooi niet.

Ik heb geeneens thermisch ondergoed.

Wil het ook niet hebben.

Het is te koud om te bouwen.

Vorstverlet.

Nu kun je lekker wandelen met de hond.

Deze week heb ik in Gees gewandeld.

Prachtig weer, -6 graden.

Zon scheen.

Op alle paden lag sneeuw.

Ik moest mijn neus snuiten.

Heb ik een handige grote zaddoek voor.

Terwijl ik snoot, wandelde ik door.

Ik kan best twee dingen tegelijk.

Mijn rechterbeen gleed weg.

Er bleek ijs te liggen onder de sneeuw op het wandelpad.

Dat verwacht je niet.

Ik viel achterover.

Terwijl ik in de lucht hing, schoot er van alles door mij
heen.

Valbreken was een belangrijke gedachte.

Ik heb vroeger wel eens gekeken bij judo.

Daar kregen ze speciale vallessen.

Je deed je dan minder pijn bij het neerkomen.

Ik had mijn handschoenen in mijn ene hand, de zaddoek in de
andere en vloog dus door de lucht.

De coördinatie van het valbreken kwam moeizaam op gang.

Ik lag al op de grond voor ik mijn gedachten had afgerond.

Ik viel op mijn elleboog en mijn heup.

Ik had mijn handschoenen en de zaddoek nog stevig vast.

Dat dan weer wel.

Op de grond bewoog ik mij heel voorzichtig om te controleren
of ik iets had gebroken.

Ik had geen krak gehoord, maar je weet nooit.

Ik kon alles nog bewegen.

Althans, alles wat ik voor de val ook kon bewegen.

Ik ben zeer rustig opgestaan en heb de sneeuw van mij
afgeklopt.

Ben rustig doorgelopen.

Had het wel koud.

Ik voelde veel pijn in mijn schouder, sleutelbeen, elleboog
en heup.

Gaat vanzelf over.

Ik ga eens googelen op thermisch ondergoed met
valbescherming.

Een gat in de markt, lijkt mij.



Maandag 30 januari 2012

Hoofdstuk 6 Posted on ma, januari 30, 2012 19:19

We zijn naar Schier geweest.

Schiermonnikoog.

Kenners korten het af.

We zijn met onze dochters geweest.

De laatste keer in deze samenstelling, moeder, dochter,
dochter, vader, was 20 jaren geleden.

Was even wennen.

Bij de spelletjes speelt nu iedereen apart.

Vroeger speelde alleen ik met eigen regels.

Daar zit dus een ontwikkeling in.

Lekker gewandeld.

Mooi weer, wel steeds kouder.

Vanmorgen was er een laagje sneeuw gevallen.

Te weinig voor sneeuwpop of sneeuwballen, maar wel helemaal
bedekt.

Huisje was fijn verwarmd.

Vanmorgen opruimen, inpakken en schoonmaken.

Nog even Nilsson uitlaten.

Hij verdwaalde.

Vond geheel alleen de weg terug.

Ik liep nog op het strand hem te zoeken.

M. redde mij op de fiets.

Toen huiswaarts.

We waren om 13.00 uur thuis.

Wou bij aankomst thuis M. zeggen om gelijk de kachel hoger
te zetten.

Het was buiten koud.

M. had dat zelf ook al bedacht.

M. zei dat de kachel rare mededelingen gaf.

We hebben een schermpje waarin de energiezuinige Nefitketel
aangeeft wat hij doet.

Hij deed niets.

Het was 7 graden binnen. Buiten vroor het, dus het was
relatief warm binnen, maar absoluut koud.

Bij ketel water aangevuld en gereset.

Alles werkte weer.

Na een uur was het 8 graden.

De temperatuur steeg dus.

De houtkachel aangedaan.

Wij hebben een zogenaamde tegelkachel.

Die houdt warmte langer vast.

Doet er lang over om op temperatuur te komen.

Nu is het 19.00 uur.

Het is twintig graden en de houtkachel geeft een behaaglijke
warmte af.

Het was leuk op Schier.

Het is fijn om weer thuis te zijn.



Zondag 22 januari 2012

Hoofdstuk 6 Posted on zo, januari 22, 2012 13:58

Het zit erop.

Het dak.

Dat was nog een beste klus.

Eerst het isolatiemateriaal tussen de latten op de spanten doen.

Daarna de dakplaten.

Twaalf stuks.

De dakplaten zijn 1 meter en 22 centimeter hoog en 2 meter
en 44 centimeter breed.

En heel zwaar.

In m’n eentje heb ik ze op het dak gelegd en vastgespijkerd.

Met gevaar voor eigen leven.

Wiebelend op de ladder, soms klimmend op het dak.

Ben twee keer gevallen.

Eerste keer schoot de ladder weg, viel ik achterover en
moest de naar beneden komende dakplaat ontwijken.

Tweede keer viel ik over onhandig geplaatste ladder.

Veel pijn en grote blauwe plekken aan armen en benen.

Klutsknieën. Zere handen.

Nadat de dakplaten waren bevestigd, moest de dakbedekking
bevestigd worden.

Pas veel later gaan de dakpannen erop.

Maar nu moet het waterdicht zijn, dus dakrollen geplaatst.

Dat spul scheurt gemakkelijk en is onhandig in het
verwerken.

Ik moest haast maken, omdat het aan het eind van de dag zou
gaan regenen.

Haast en werken met onhandelbaar materiaal is geen goede
combinatie.

Mijn taaluitingen waren meerdere keren niet juist. Het ging
ook te hard.

Maar goed dat onze buren op grote afstand wonen.

Uiteindelijk zat het er allemaal op en kon ik droge kleren
aandoen.

En warm worden.

Gisteren stormde het.

Een deel van de dakbedekking heeft losgelaten.

In de storm en de regen ben ik het dak opgeklommen om het te
repareren.

Nu zit het allemaal goed vast.

Mijn M. controleert dagelijks mijn verwondingen.

Volgens haar valt het reuze mee.

Ze is gelukkig hersteld van haar griepaanvallen.

Heeft echter nog te weinig empathie op dit moment.

Heb behoefte aan een vrouw.

Die heel meelevend is. En troostend.

Dat helpt.

Denk ik.

Maar waar vind je die.

Gelukkig zit het dak erop.

Kan ik even rustig aandoen.

Fysiek en mentaal herstellen.



Zondag 15 januari 2012

Hoofdstuk 6 Posted on zo, januari 15, 2012 20:43

Wij hebben last van mentale en fysieke belasting.

De fysieke belasting lag deze week bij M. en mij, de mentale
bij de onzen.

Mijn M. is ziek.

In december kreeg ze griep. Direct daarna had ze
longontsteking.

Toen ze enigszins hersteld was, kwam de blaasontsteking, die
naadloos overging in weer een griep.

Ze is momenteel bezig aan de vierde kuur en heeft ook al een
behandeling met prednison achter de rug.

Het gaat langzaamaan wat beter, al kan ze nog niet veel.
We zijn al blij dat ze een paar dagen geen koorts heeft. Het herstel is
ingezet.

De onzen hebben geen relatie meer.

J. heeft in augustus jl. een punt gezet achter haar samenwonen en ze doet dappere pogingen om hun huis te verkopen.

Onze M. heeft sinds gisteren geen relatie meer.

Dit doet bij beiden natuurlijk pijn.

Veel pijn.

Het leek beide onzen ook leuk als we weer als gezin bij
elkaar zouden wonen.

M. en ik vinden dat ook leuk.

Voor een weekend.

Langer niet.

Eind deze maand gaan we een weekend naar Schier.

Dat moet genoeg zijn.

We willen onze kinderen graag gelukkig zien. Jammer dat hun
relaties niet goed gegaan zijn.

M. en ik gaan ze waarschijnlijk uithuwelijken. Ze hebben
genoeg kansen gehad en wij moeten aan onze oude dag denken.

Ik heb deze week gewerkt aan het tuinhuisje.

Heel hard gewerkt.

Zie foto’s.

Ik was donderdag zo moe, dat ik zelfs de krant niet meer kon
vasthouden.

Te veel fysieke belasting.

Fysieke pijn gaat sneller over dan mentale.



Zondag 8 januari 2012

Hoofdstuk 6 Posted on zo, januari 08, 2012 14:55

Ik heb weer een buusdoek.

Of zaddoek. Snotlap. Tukdook.

Al heel lang gebruik ik papieren zakdoekjes.

Gemakkelijk.

Zitten wel nadelen aan.

Ze scheuren snel als je een beetje hard snuit.

Ik kan hard snuiten.

Dan zit de inhoud van je neus niet in het doekje.

Ba.

Na gebruik gooi je ze weg. Milieuonvriendelijk.

Vroeger had ik altijd een zakdoek (zaddoek).

Ik hoor het m’n moeder nog zeggen: Schone zaddoek bij
je?

Eind van de week ging de zaddoek in de was. Werd
gestreken.

Ik had een stapeltje zaddoeken.

Ieder gezinslid had eigen zaddoeken.

De zaddoek werd niet alleen voor de neus gebruikt.

Als kind deed je er spelletjes mee: zaddoekje leggen,
blindemannetje.

Bij heet weer knoopte je de zaddoek om je nek.

Of je deed hem op je hoofd tegen de zon.

Cowboytje spelen: zaddoek over de neus en mond.

Gevallen: zaddoek om de wond heen knopen.

Je kon hem uitlenen: Mag ik je zaddoek even lenen?
Dan kon je daarna de zaddoek ook weer ophalen. Of terug krijgen. Gewassen en gestreken.

Ik ga zo even naar M. Die is ziek. Alweer. Nog een
griepaanval. Koorts. Even het voorhoofd deppen. Met de zaddoek.

Je hebt verschillende zaddoeken: van kant,
boerenzaddoek, nette zaddoek, pochet.

Nu ik er weer een heb, kan ik me niet voorstellen dat
ik al die jaren zonder kon.

Ook mooi om cadeau te geven.

Of te krijgen.

Ik bin wies met mien buusdoek.



« VorigeVolgende »