Blog Image

Jan Geerts

Mijn blog - reacties welkom


Crossmotor

Hoofdstuk 9 Posted on ma, december 20, 2021 12:08

Soms kom ik niemand tegen op mijn zondagmorgenwandeling in het bos in Gees.
Een enkele keer passeert een mountainbiker, soms een klein groepje en zij houden bijna altijd rekening met mijn loslopende Andersson.
Een enkele keer zijn er motorcrossers in het bos. Je hoort ze al van grote afstand, want de uitlaten van deze motoren hebben een zeer matige demping. Ik heb daar een bloedhekel aan. En als ze mij dan ook nog tegenkomen, kan ik mijn drift tegen deze lawaaimakers slechts met zeer veel moeite enigszins de baas.
Als ik ze zie op mijn bospad, ga ik altijd midden op het pad staan en dwing ze zo om langzamer te rijden. Ik zeg er ook wat van als ik de kans krijg, want ze hebben niks te zoeken in het bos en mogen daar ook absoluut niet rijden. Het helpt echter niet en ik ben ook al eens schielijk weggelopen toen ze mij bedreigden.
Apart volk op de motor, zeg maar.
Laatst hoorde ik weer enkele motoren al van grote afstand door het bos crossen. Andersson liep een eindje voor me uit op het pad waar hij eigenlijk aan de lijn moest, maar ja, altijd burgerlijk gehoorzaam zijn is lastig voor mij, en ineens kwamen van een ander pad twee motorcrossers in felgekleurde outfit en met een veelkleurige helm op van een zijpad mijn richting op gereden.
Ik ging wijdbeens midden op het pad staan zodat ze er niet langs konden en ze stopten dan ook voor mij.
Ha, dacht ik, nou zal ik ze eens vertellen wat ik van het motorcrossen in het bos vind in het algemeen en van hun in het bijzonder.
De voorste crosser deed zijn vizier omhoog en zei dat ze van de politie waren.
K*t.
Ik keek nauwkeuriger en zag dat de felgekleurde jas een politiejas was.
Shit.
De politieman zei dat mijn hond los liep en dat ze daar rekening mee hielden. Ze waren al wat langzamer gaan rijden.
Mooi.
Ik vertelde over mijn ervaringen met motorcrossers en mijn mening daarover en tot mijn grote opluchting bleek dat de beide politieagenten van een speciale eenheid waren die probeerden de illegale motorcrossers op te sporen en te bekeuren.
Goed werk.
Ze zeiden dat veel motorcrossers onverzekerd rondreden, soms zelfs geen rijbewijs hadden, de natuur verstoorden en dat ze dikke bekeuringen uitdeelden als ze deze gasten te pakken kregen en soms namen ze zelfs de motor in beslag.
Ik juichte al deze handelingen toe.
De agenten vroegen mij om door te geven aan de centrale politiedienst als ik motorcrossers zou zien en ik beloofde om dat te doen. Op mijn vraag met hoeveel motorcrossende agenten ze in Drenthe de bossen in de gaten hielden, antwoordden ze dat ze met z’n tweeën waren.
Tja.
Zij wensten mij een fijne dag en ik hun ook en een goede vangst. Ze gingen achter verse bandensporen aan, zeiden ze.
En weg reden ze. Met veel lawaai op zoek naar illegale crossers.
Andersson liep nog steeds los, maar waarschijnlijk vonden de crossende agenten dat wel goed.
Bedenk ik maar.



Egel

Hoofdstuk 9 Posted on ma, augustus 30, 2021 14:14

Egel

De eerste keer dat ik de egel zag, was enkele weken geleden. Ik stond bij de composthoop de bult te verrijken met meststoffen, toen de egel uit de kippenren kwam gelopen en op mij af kwam. Hij, of zij, zag mij pas toen hij een meter van mij af was en maakte toen rechtsomkeert en verschool zich in de bosjes.
De tweede keer dat ik hem zag, was hij dood. Hij zat in het kippenhok dat ik gemaakt heb voor de kuikens. Dit jaar ging onze oude haan dood en om de hennen te beteugelen moest er dus een nieuwe haan komen. Ik kocht een mooi haantje, maar de oudere hennen overvleugelden hem totaal en hij leek zijn leven niet zeker, dus die heb ik teruggebracht naar de fokker.
Ik kom zo weer op die egel terug.
Omdat ik een aparte ren met een klein kippenhok had gemaakt waarin broedse kippen hun kroost konden laten opgroeien, maar waarin momenteel geen broedse kippen zaten omdat ik geen haan had, leek het me leuk om enkele krielkippen te nemen. Drie hennetjes en een kleine haan bevolkten het hok, door onze dochter kippenvilla genoemd, en bleven in de ren. Twee dagen. Ze bleken uitstekend te kunnen vliegen en verspreidden zich direct door de tuin. Na een week wennen ging de krielhaan achter de oudere grote hennen aan en betrad ze. Dat probeerde hij. Hij was echter te klein en kon er niet bij, zeg maar. Dus ik moest nog wat anders verzinnen om een echte goede haan voor de grote kippen te hebben. Vorig jaar heb ik enkele broedse hennen eieren laten uitbroeden, maar dat werd geen succes omdat ze jaloers werden op elkaar, bij elkaar in het leghok kropen en toen ze eindelijk enkele eieren hadden uitgebroed, liepen ze met z’n allen met enkele kuikens door de tuin nadat ze ook al wat kuikens hadden vertrapt, dus dat wou ik niet meer.
Het leek mij een goed idee om bevruchte eieren in een broedmachine te laten uitbroeden en ze dan zelf groot te brengen en een haan van deze kuikens langzaam maar zeker te laten wennen aan de andere kippen. Dus een broedmachine aangeschaft en een warmhoudplaat. Naar een kippenboer geweest en daar heb ik bevruchte eieren opgehaald. Ik had gekozen voor zes eieren van de Zweedse Bloemenkip, vier eieren van de Marans kleur koekoek en vier eieren van de Marans kleur zwart met bruine hals. Omdat de Cream Legbar wel erg mooi was en de kunst verstaat om groene eieren te leggen, heb ik daar ook vier eieren van meegenomen. Van een oud-collega wist ik hoe je de eieren moet screenen, want meestal blijkt de helft van de kuikens haan en dat wou ik niet. Ik koos mooie ronde eieren, dat waren volgens mijn oud-collega hennen, en de puntige eieren liet ik liggen omdat de kans groot was dat de haantjes daarin zouden zitten. Thuis de eieren in de broedmachine gedaan, gezorgd dat de temperatuur en vochtigheidsgraad goed waren en dagelijks de eieren twee keer gekeerd. Na 21 dagen kwamen de kuikens tevoorschijn. Ik had in het kleine kamertje boven dozen klaargezet waar de kuikens in konden. Van de zes eieren van de Zweedse Bloemenkip kwamen er vijf kuikens uit, van de vier eieren van de Marans koekoek kwam er een uit, die even later bleek spreidstandpoten te hebben, waar we met behulp van een klein spalkje nog een tijd een heel redelijk lopend kuiken van wisten te maken, maar die toen hij groter werd toch door zijn poten zakte en ik daarom moest laten inslapen, van de vier eieren van de Marans Zwart kwamen drie eieren uit en van de vier Cream Legbar kwamen er twee kuikens uit. Kortom, ik had tien kuikens en die vertoefden enige weken in een ingenieus dozenstelsel in het kleine kamertje, maar ze moesten uiteindelijk natuurlijk wel naar buiten.
Ik vergeet de egel niet, maar moet het wel goed uitleggen.
In de schuur stond heel veel troep (kwalificatie M.). Oud hout, oude fiets,oude verf, oude kleden en ga zo maar door, want als je ruimte hebt, benut je die ook en het is een dankbare plek om spullen die je misschien nog eens zult gebruiken, te bewaren. In achttien jaar verzamel je veel. Ik heb, tot groot genoegen van M., twee volle aanhangwagens met troep (M.) weggebracht naar de vuilstort en de herwonnen ruimte was uitstekend geschikt om er een verblijf voor de kuikens van te maken. Mooie afrastering gemaakt, nieuwe deur ( die ik nog had, want je moet niet te snel iets weggooien) met ruitjes erin geplaatst, nieuwe ren met deuren gemaakt en zo konden de kuikens in hun nieuwe onderkomen, uiteraard met de warmhoudplaat om ze de eerste tijd te beschermen tegen de kou. De kuikens deden het uitstekend, werden al groter en na enige maanden (ik kom zo op de egel terug!) kon ik zien wie haan was en wie hen. Mijn keuze voor de ronde eieren klopte niet. Van de vijf Zweedse Bloemenkippen waren er vier haan, de twee Cream Legbar kippen waren beide haan en de drie Marans kippen zwart waren alledrie hen. Dus zes hanen en vier hennen. De Marans koekoek was al overleden, maar dat was ook een haantje. Ze liepen lekker in hok en ren en hebben het goed naar hun zin. Ze zitten ‘s nachts op een stellage van stokken die ik heb gemaakt, want als ze ergens op kunnen zitten doen ze dat graag, ze zitten liever niet op de grond meer als ze slapen, misschien zijn ze wel bang voor muizen of ander ongedierte dat bij nacht door het hok loopt, ik weet het niet want ik ben er niet altijd bij.
Nu komt de egel.
Toen ik laatst de zitmaaier (trekker volgens kleinzoon G.) wou gebruiken, zag ik in het nieuwe kippenhok achter een balk tegen het gaas een egel zitten. Ik weet niet of het dezelfde was die ik een tijd geleden ook had gezien, maar hij (of zij) leek er wel erg op. In ieder geval, ik stootte de egel aan, maar hij was as dead as a Dodo. Ik dacht eerst maar grasmaaien, daarna egel verwijderen. Je moet prioriteiten stellen in het leven. Na het maaien reed ik de trekker (G.) op zijn plek in de schuur tegen het hok van de kuikens aan en raakte de dode egel zachtjes aan. Altijd zielig een dood dier, en zeker een egel want we hebben dit jaar veel last van naaktslakken en egels eten die graag op en ik weet niet of we nog meer egels in de tuin hebben. Afijn, met een schop haalde ik de egel achter de balk weg en op de schop liet ik hem (haar) aan M. zien. Zij vond het reuze zielig. Je kon zijn kopje zien. Ik besloot om hem niet te begraven in onze tuin, wat ik normaal doe met dode dieren, als er over honderd jaar opgravingen bij ons huis plaatsvinden komen ze voor veel verrassingen te staan, ik ben wel benieuwd hoe ze dat zullen verklaren, maar ik wou deze keer de egel een natuurlijk ontbindingsproces laten ondergaan in de houtwal. Ik weet niet wat kippen met een dode egel doen, de kuikens hadden in ieder geval niks gedaan, maar met de grote kippen weet je het nooit, wat bleek toen M. een muis had gered die onze kat Ko levend naar binnen had gebracht en die angstig onder de piano zat, bewaakt door twee honden en twee katten, en toen M. de muis de vrijheid hergaf in het weiland kwam binnen een minuut een kip gevolgd door de andere kippen triomfantelijk met de aangeslagen muis in de snavel aangerend om daarna de muis met groot enthousiasme gezamenlijk op te eten, maar een egel zouden ze denk ik niet aanpakken. Ik bracht de egel op de schop naar de houtwal en dumpte het beestje tussen de vele takken, waar ie tussen bleef hangen.
Een kwartier later wou ik toch even kijken of de grote kippen van de egel afbleven. Geen kip bij de egel te zien. Maar de egel leek te bewegen! Ik bleef staan en zag toen duidelijk dat de kop bewoog en dat hij of zij ook het lichaam ontrolde. Ik haalde M. erbij en samen zagen wij hoe de dode egel zich een weg baande tussen de takken en verdween in de tuin onder ander kreupelhout.
Zo zie je maar weer: dood ben je niet altijd als je je niet meer lijkt te bewegen.
Trouwens, ik heb nog wat hanen over.



Nilsson

Hoofdstuk 9 Posted on vr, oktober 23, 2020 16:11

Het moest op film worden vastgelegd. 

We waren op vakantie in de Verenigde Staten en na veel aandringen van mijn kant ging M. akkoord maar met voorwaarden. Die zijn dus na te kijken. Zo beloof ik o.a. dat ik met de nieuwe pup op cursus zal gaan. Dat was het belangrijkste.

We hadden een nest Engelse setters gezien. En ik wou heel graag een pup. Leuk voor onze Sproet die nu al een aantal jaren alleen was. Het leek verstandig om een reu te nemen. Een reu en een teef gaat altijd goed, zo was onze ervaring.

In die zomervakantie van 2007 in Zweden verzonnen wij zijn naam. Wij speelden verschillende spelletjes en uiteindelijk was er een winnaar die de naam mocht bepalen. Ik won. Het werd Nilsson.

De keuze in het nest was lastig. We kozen voor een stevige pup, die goed met de andere hondjes overweg kon. 

Thuis vond Sproet het even wennen met Nilsson, maar onze pup was volhardend in het willen spelen en al gauw accepteerde Sproet hem.

Hij groeide goed, was een vrolijke pup, nieuwsgierig en bleef goed bij ons als we in het bos waren. Ook met de katten ging Nilsson goed om. Hij schatte goed in tot hoever hij kon gaan en wanneer hij klappen kon verwachten.

Hij was aanhankelijk, lief, soms ondeugend en leerde slechts enkele begrippen. Hij wist wanneer hij zijn eten kreeg en bij het eten had hij een bijzondere gewoonte ontwikkeld. Hij pakte met zijn voortanden een klein stukje voedsel, nam het mee naar de kamer en legde het daar neer. Hij keek er even naar, nam een voorzichtig hapje en liep vervolgens naar zijn bak om de rest op te eten. Als hij een lekker hapje, zoals kaas of worst, kreeg, deed hij hetzelfde. Eerst meenemen, neerleggen en dan pas opeten.

Hij speelde veel met Sproet, al ontwikkelde zich in de loop der tijd bij hem een diep verlangen naar een mogelijke loopsheid bij haar. Hij oefende graag droog op haar en dat liet zij soms toe, maar vaker niet. Hij kwijlde geregeld en dat liep dan in lange slierten uit zijn bek. Hij rook graag aan het achterwerk van vrouwen en dat konden wij hem niet afleren. De beloofde cursus is er nooit van gekomen. Als ik riep kwam hij. Of niet. Ik had hem aangeleerd in het veld om bij mij te komen als ik beide armen in de lucht deed. Dat begreep hij goed en hij kwam dan altijd direct. Nou ja, meestal dan. De gebaren met beide armen kwamen goed van pas omdat Nilsson op latere leeftijd behoorlijk doof werd. Alleen hoge tonen nam hij nog waar.

Hij maakte geen ruzie met andere honden. Hij is wel een paar keer door andere honden aangevallen. Hij probeerde zich dan wel te verdedigen, maar bij het vechten was hij vooral goed in het maken van geluiden en niet in het bijten, want dat deed hij niet. 

Na het overlijden van Sproet was hij vier jaar alleen, al voelde hij zich waarschijnlijk niet zo. De katten sliepen bij hem in de mand en hij klom heel graag bij mij op schoot.

Toen namen wij een hondje erbij. Nilsson accepteerde de komst van Andersson, een kruising tussen een Ierse setter en een Schotse collie, dus echt anders dan een rasechte setter,  goed. Dat was de eerste keer dat wij twee honden van hetzelfde geslacht hadden. Ook Andersson was geen dominante hond en ze konden uitstekend met elkaar opschieten. Het was duidelijk dat de senioriteit van Nilsson niet te betwisten viel. Ze sliepen samen, hadden nooit ruzie en Nilsson wachtte buiten altijd op Andersson, die zeker in zijn jonge jaren graag wat later terug kwam dan de bedoeling was. 

Nilsson at altijd goed en was gek op kip. Als ik kippensoep maakte, was hij altijd dicht bij mij, want hij wist dat hij dan de velletjes en dergelijke kreeg.

We hebben een paar jaar een cabrio gehad. Een Saab. Nilsson was dol op het rijden in deze auto. Als ik de Saab uit de berging haalde, ging hij bij de auto liggen en zo gauw het portier openging, wurmde hij zich op de achterbank. Het liefst lag hij dan op zijn rug, alle poten in de lucht, de wind over zijn lijf en hij genoot zichtbaar.

Autorijden kon hij goed. Op de lange ritten in de vakantie lag hij rustig te slapen. Heel bijzonder was altijd dat hij na zo’n lange rit toch ineens overeind kwam als wij in de buurt van Dalen kwamen. 

In december at hij zijn bak ineens niet leeg. Soms wou hij ‘s morgens geen plakje kaas. Hij sloeg vaak de avondboterham over. Als hij zo slecht at, gaf ik hem wat extra’s waarvan ik zeker wist dat hij het lekker vond. Stukje gebakken kip. Gekookte kip. Extra worst. M. kocht al zijn favoriete eten om hem maar aan het eten te krijgen. Lang ging dat goed, maar steeds vaker wou hij zelfs deze lekkernijen niet meer hebben. Hij vermagerde zichtbaar. Hij wou ‘s avonds niet meer mee naar buiten. In februari wou hij ook ‘s morgens niet meer mee. Een beetje in de tuin scharrelen en daar deed hij dan zijn behoefte. Naar het bos ‘s middags wou hij wel, al ging het wandeltempo wel een stuk achteruit.  Maar langzaam lopend was het nog steeds leuk om samen in het bos te wandelen. Hij bleef geïnteresseerd in fijne luchtjes in het bos en wandelde in rustig tempo mee.

In maart ging hij nog verder achteruit. Eten deed hij eigenlijk niet meer, slechts af en toe nog een klein stukje kip of worst. Hij wou wel nog steeds iedere avond hij mij op schoot en dat mocht hij natuurlijk.

Op 19 maart hebben wij afscheid moeten nemen van onze lieve Nilsson. 

Hij ligt in onze tuin, de plek gemarkeerd door Zwitserse stenen.

Ik mis hem iedere dag.



OV-chipkaart

Hoofdstuk 9 Posted on ma, december 02, 2019 22:22

Nooit ging ik met het openbaar vervoer.
Heel vroeger had je dat niet en ik beschik sindsdien altijd over eigen mogelijkheden om me te verplaatsen.
Vaak word ik door anderen opgehaald en hoef ik helemaal niks te doen.
Soms regel ik zelf wat.
Ga ik met mijn boot.
Lekker op het water, liefst met een fijn briesje. Fris.
Fijn hoor.
Indien noodzakelijk ga ik met mijn eigen paard.
Vind ik ook heel fijn.
Haren wapperen in de wind, gezonde buitenlucht, goede inspanning.
Ik blijf er ook lenig bij.
Mooi hoor.
Nu is er een probleempje.
De boot staat op de helling voor een noodzakelijke onderhoudsbeurt en een kleine reparatie.
Mijn paard wordt te oud om nog lange stukken op te rijden.
Mijn hulp adviseerde mij om met de trein te gaan.
Dat vond ik een goed idee.
Ze regelden een eigen treinstel voor mij.
Zeer gerieflijk.
Maar nu moet ik terug.
Geen boot, geen paard, geen trein gereserveerd voor mij.
Ik zal met het openbaar vervoer moeten.
Mijn hulp heeft een OV-chipkaart geregeld.


Mij is uitgelegd wat ik moet doen.
In- en uitchecken.
Nodeloos ingewikkeld.
Toen ik vorige week een proefritje wou maken, ging het mis.
Kreeg controle in de trein.
Een overijverige conducteur accepteerde mijn kaart niet.
Ik moest de trein uit.
Ik kap er mee.
Ik denk dat ik niet in Spanje kom.
Openbaar vervoer, niks voor mij.
Nou, dag hoor.



Kleinzonen

Hoofdstuk 9 Posted on vr, juni 28, 2019 20:31

Kleinzonen

Dinsdagmiddag. Oppasdag. Voorjaar. Twintig graden, lekker windje, af en toe zon.

Mooier kan het weer niet zijn.

Kleinzoon G. en ik samen in de tuin.

Eerst met stokken gooien voor Andersson.

Samen voetballen.

Hij heeft een sterk rechterbeen. Zeer sterk.

We kijken naar de boer die met zijn tractor het land bewerkt.

G. is gek op tractors.

Hij staat aan de rand van de tuin de aankomende tractor te bekijken.

Veel lawaai.

Als de tractor dichtbij komt, rent G. zo snel als hij kan naar mij.

Hij vliegt in mijn armen en houdt mij stevig vast.

De tractor is zeer imposant.

De boer zwaait naar ons.

We zwaaien terug.

G. komt naast me zitten.

We zitten met de rug tegen het gaas, de zon staat achter ons en de wind is fijn.

Andersson speelt met de stok.

Nilsson komt bij ons liggen.

Zo mag het altijd wel blijven.

Al sinds J. kan praten ben ik zijn opa.

Opa Jan.

Toen hij klein was adopteerde hij mij.

De eerste jaren kwam zijn moeder hem brengen.

Later kwam hij zelf op de fiets.

Gezellig praten. Kopje thee drinken. Bosvruchtenthee.

Samen de honden uitlaten in het bos.

Met de cabrio een ijsje eten in Gees.

Hij werd groter. Ouder.

Gesprekken verdiepten.

Hij appt nu als hij langs wil komen.

Komt op mijn verjaardag.

Ik op de zijne.

Bij weggaan zwaaien we altijd heel lang.

Jarenlang bleef ik opa Jan.

Paar jaar geleden werd ik Jan.

Dat voelt nog ouder dan opa.

Hij werkt nu in deeltijd en doet nog een opleiding.

Hovenier.

Onlangs appte hij.

Wou even met de auto langskomen.

Heeft zijn rijbewijs gehaald.

Hij is groot geworden.

Een goede jongen.

Hij zegt het niet meer.

Maar ik blijf wel zijn opa.



Panne

Hoofdstuk 9 Posted on di, mei 21, 2019 20:21

Zaterdagmiddag maakten wij een mooi autoritje in de buurt van ons vakantiehuis in Frankrijk.

Wij zitten in een oude boerderij uit 1663, gelegen op een heuvel, de dichtstbijzijnde boerderij ligt meer dan een kilometer verder, we worden omringd door bossen en er is geen straatnaam, alleen een verwijzing naar de streek. Als je alles goed intikt in het navigatiesysteem rijd je er zo naar toe.

Het autoritje leidde ons langs Prats-du-Perigord en verder over lieflijke wegen en door kleine gehuchten. We waren zeer ontspannen, de honden waren onderweg nog even in het bos wezen rennen en ineens brandde een lampje op het dashboard. Check engine. Ik had niks gemerkt aan de auto, maar even stoppen en opnieuw starten leek verstandig, ook gezien mijn passagier. Lampje bleef branden.

Gezocht in de handleiding.

Rien du tout.

Gebeld naar de dealer in Emmen. Heerlijk dat je dat kunt doen met je mobieltje.

Hij vroeg welke kleur het lampje had.

M. zei oranje.

Dan konden we gewoon rustig doorrijden naar het vakantiehuis en daar moesten we dan Volvo Assist bellen. We zijn van veel organisaties lid, ANWB, VARA, IJsvereniging Dalen en nog veel meer, maar ook van Volvo Assist.

Zij zouden dan langs komen en de auto met een computer verbinden en eventueel de auto meenemen.

Rustig doorgereden. Pas de problème.

Volvo Assist gebeld. Ze deden nu niks meer, want alle garages waren dicht. Maandag opnieuw bellen.

Zondag niet met de auto weggeweest. M. houdt niet van gekleurde lampjes.

Maandagmorgen direct gebeld. Ze zouden hulp langs sturen. Ik zei dat de auto goed reed. Nee, ze zouden toch langs komen. Daarna du pain gehaald in Villefranche-du-Périgord. Auto reed uitstekend ondanks het gekleurde Check engine. Sms’je gekregen van Volvo Assist dat hulp onderweg was.

Telefoon. Ilnerienpasrouteordinairepasadressedepannagesaintcapraisetceteraetcetera. Ik reageerde gelijk met Je ne comprend pas. Il disait le même, en CAPITALS. Je disait en CAPITALS LIEU-DIT BERGUES. Ik heb het ook gespeld in het Frans, cinq fois. Verbinding verbroken.

Even later kwam een auto van de dépannage die onze auto achterop zijn vrachtwagen ging meenemen naar Brive-la-Gaillarde. Dat is 90 km verder. Hij had geen verstand van auto’s, alleen van transport. Weg ging onze mooie auto.

Daar stonden wij dan op de heuvel bij onze boerderij, ongeveer drie kilometer lopen naar een redelijk begaanbare weg. Volvo Assist gebeld. Zij gingen er achteraan, ‘s middags zou de auto al aan de computer gelegd worden en dan wisten we wat er aan de motor was.

Gegeten, gewandeld, telefoon bij ons.

Volvo Assist belde. De auto was in Brive, maar ze hadden pas dinsdag eind van de ochtend tijd om de auto aan de computer aan te leggen. Gevraagd hoe het nu verder moest, want wij konden nergens naar toe. Ze overlegden. Ik kon een huurauto ophalen in Brive. Vroeg hoe ik daar moest komen. Enfin, na 14 (veertien) telefoontjes en 8 (huit) sms’jes was geregeld dat ik dinsdag om half tien zou worden opgehaald door een taxi die mij naar de huurauto zou brengen.

‘s Avonds laat weer een telefoontje van Volvo Assist. De taxi kon er pas om half een zijn.

Dinsdag om half een stond ik met de rugzak en M. met de beide honden klaar op de heuvel voor onze hoeve. Pas de taxi. Om 1 uur kwam de taxi. Excuus, hôpital, passagière, attendre, etcetera.

Op naar Brive. Taxichauffeur vond binnendoor fijn. Kleine smalle wegen, pas de péage. Huurauto meegenomen, retour over de péage met begeleiding van Franse navigatie. Goed voor je taal. Vanaf de péage leidde de Franse navigatiemevrouw dwars door de kleinste verharde wegen die ze hier hebben. Mooie omgeving, maar schiet niet op, mais c’est vacances, n’est-ce-pas?

Thuis op de hoeve hartelijk begroet door M. en honden.

Bijgepraat. Nog geen bericht gehad van Volvo Assist wat er met de auto aan de hand was.

Glaasje wijn gedronken, M. blanc et moi rouge.

Telefoon van Volvo Assist. Volvo was klaar, kon opgehaald worden. Een sensor had een verkeerd signaal gegeven en nadat deze gereset was, was alles weer klaar. Rien à la main.

Morgen weer naar Brive. Mooi ritje.

Vive Volvo, vive la France, vive la République.



Escaperoom

Hoofdstuk 9 Posted on vr, april 05, 2019 16:42

Laat ik het maar direct zeggen: ik ben ongeschikt voor
escaperooms.

Eerst even een korte uitleg over hoe een deur sluit.

In een deur zit een slot.

Altijd met een dagschoot, soms ook met een nachtschoot (kan
je op slot draaien).

De dagschoot wordt met de deurkruk geopend en gedicht.

Simpeler kan het niet.

Zaterdag was M. eerder uit bed dan ik.

Normaal is dat niet zo.

Toen ik verwachtte dat ze wel zo’n beetje klaar zou zijn in
de badkamer, stapte ik uit bed.

Nou ja, ik gleed uit bed, liep langzaam over het koude laminaat en deed de deurkruk van de
slaapkamerdeur naar beneden.

Hij klikte.

De dagschoot.

En zat vast. Geen beweging meer in te krijgen.

Ik kon geen kant op.

Uit het raam springen was een optie, maar gezien eerdere
ervaringen met afspringen van hoogtes leek mij dit niet de eerste de beste
mogelijkheid.

Met geweld de deur intrappen was ook een optie.

Mijn ervaringen met het slow walking voetballen leerden mij
dat mijn traptechniek in de loop der jaren niet overschat mag worden.

Ik riep M.

Ze begreep mijn hachelijk situatie.

Ze heeft geen verstand van dagschoot, krukgat en slotkast.

Ze haalde een schroevendraaier op en begon te prutsen.

Ik moedigde aan, kreeg het koud en ging maar weer onder de
dekens liggen.

M. schoof een schroevendraaier onder de deur door.

Daar kon ik niks mee, want de deur ging naar buiten open.

Vroeger althans, nu ging de deur helemaal niet meer open.

Ik probeerde M. te enthousiasmeren om het niet op te geven.

Ze haalde nog een schroevendraaier op.

We communiceerden door de dichte deur en maakten geluiden
zonder letters.

Ineens schoot de deur open.

Huilend vielen we in elkaars armen.

Dat was niet zo, maar staat wel indrukwekkend om de
grootte van de emoties weer te geven.

M. had iets omhoog gedaan en daarna ergens tegen geduwd.

Met uiterste concentratie, zei ze zelf.

De deur was open en het dagslot volledig stuk.

Dat gaf niks.

Ik was bevrijd door M. Een topprestatie!

De slotenverkoper zei dat het uitstekende sloten waren die
eigenlijk nooit kapot gingen.

Nieuw slot erin was simpel.

M. wil dat we maatregelen nemen als het nog eens gebeurt en
we allebei opgesloten zitten.

We hebben nu een voorhamer paraat.

Wij gaan niet met de trend mee.

Een escaperoom is zonder voorhamer niks voor ons.



Functioneringsgesprek

Hoofdstuk 9 Posted on ma, december 03, 2018 12:31

Beste collega,

Ai, er is iets misgegaan in het administratieve proces,

De HRM-Piet is dit jaar niet goed bij de les.

Zo is er iets volkomen bij ingeschoten

En dat heeft mij en deze Piet bijzonder verdroten.

Bij een aantal van mijn plaatsvervangers,

Bij diverse oudere intochtgangers,

En dan specifiek bij de lichting 70-plus,

Waarvoor bij voorbaat mijn excuses dus,

Heeft geen functioneringsgesprek plaatsgevonden dit jaar,

Dus wegens tijdgebrek moet het daarom schriftelijk maar!

Wil je per omgaande deze vragen beantwoord retourneren?

En wel naar waarheid, dat zal ik bijzonder waarderen.

Zijn er zaken in je
pakket taken en plichten

Die je gezien je
leeftijd niet meer goed kunt verrichten?

Heb je moeite om namen
te onthouden van de kinderen in jouw werkgebied?

Ken je de tekst nog
van ieder gangbaar sinterklaaslied?

Lukt het je om zonder
haperingen

Vlot te plaatsen je
inkoopbestellingen?

Kun je de Pieten nog
adequaat leiden en sturen

Of leggen die je
steeds vaker in de luren?

Durf je – als de omstandigheden
dat van je vragen-

Je te paard op de
daken te wagen?

Volg je als verplicht
huiswerk als ik vragen mag

Mijn sinterklaasjournaal
wel elke dag?

Heb je de
administratie op orde van het grote boek?

Maak je geen verlanglijstjes
zoek?

Ik ken natuurlijk jouw zwakke punt sinds vele jaren

En dat betreft het stoomboot varen.

Zo lang je dat echter succesvol blijft vermijden,

Maak ik graag van je diensten gebruik in nabije tijden.

Mits er natuurlijk geen minpunten uit jouw evaluatie naar
voren komen

En er niet opeens jonge veelbelovende concurrenten opstomen!

Je weet, de arbeidsmarkt is flexibel en fluctueert

Dat geldt ook in onze branche, of dat nou goed is of
verkeerd.

Op hogere leeftijd krijg je geen vaste aanstelling meer

En een pensioenvoorziening zit er ook niet in, meneer.

Dus voorlopig zit je er volgend jaar nog in

In de ploeg van 70+ ben je welkom als freelance stand-in!

Sint M.



« VorigeVolgende »