Zondagmorgen kent zijn rituelen.
Als kind ging ik (mee) naar de kerk.
Een pepermuntje, een dropje en een dubbeltje (soms een kwartje) lagen klaar om
de dienst door te komen, al moest dat muntstuk in de collectezak gedaan worden.
Na het afscheid van de kerk kreeg de
zondagmorgen een andere invulling. De hond mocht mee met de fiets en op lange
wandelingen.
Tot 1983 voetbalde ik op
zaterdagmiddag, daarna op zondag. Gaf weer een heel andere besteding van de
zondagmorgen.
In 1997 stopte ik met voetballen en ging
hardlopen. De hond kon weer mee op de zondagmorgen, nu hardlopend met mij door
het bos.
Vier jaren geleden eindigde het
hardlopen.
Het wandelen met de hond (soms honden)
bleef erin.
Ieder zondagmorgen ga ik tussen 9 en 10
uur naar het bos en wandel daar ongeveer anderhalf uur.
Gisteravond heb ik de wekker op de
wintertijd gezet en vanmorgen op tijd eruit.
Toen ik beneden kwam, was ik even in
verwarring.
De hond sliep nog, was uiterst lui en
bleef in zijn mand liggen.
Werd het nou ’s morgens eerder licht of
juist later?
Ik herinnerde me dat de klok terug
moest, want je kon een uur langer slapen. Gisteravond had ik mijn wekker een
uur vooruit gezet.
Het valt niet mee voor oudere mensen,
steeds dat gedraai aan die klok.
Dat moet simpeler kunnen.
Ik ben nog twee uurtjes naar bed
gegaan.
Daarna het zondagse ritueel voortgezet.