Blog Image

Jan Geerts

Mijn blog - reacties welkom


Vrijdag 22 april 2011

Hoofdstuk 5 Posted on vr, april 22, 2011 13:42

Ik moet positief zijn en me goed inzetten om er een
geslaagd familieweekend van te maken.

Ik moet positief zijn en me goed inzetten om er een
geslaagd familieweekend van te maken.

Ik moet positief zijn en me goed inzetten om er een
geslaagd familieweekend van te maken.

Ik moet positief zijn en me goed inzetten om er een
geslaagd familieweekend van te maken.

Ik moet positief zijn en me goed inzetten om er een
geslaagd familieweekend van te maken.

Ik moet positief zijn en me goed inzetten om er een
geslaagd familieweekend van te maken.

Ik moet positief zijn en me goed inzetten om er een
geslaagd familieweekend van te maken.

Ik moet positief zijn en me goed inzetten om er een
geslaagd familieweekend van te maken.

Ik moet positief zijn en me goed inzetten om er een
geslaagd familieweekend van te maken.

Ik moet positief zijn en me goed inzetten om er een
geslaagd familieweekend van te maken.



Woensdag 20 april 2011

Hoofdstuk 5 Posted on wo, april 20, 2011 09:41

Het zijn barre tijden.

Emotioneel gezien.

Dat komt door familie.

Ik ben gek op familie.

Maar dan wel in tijd beperkt.

Ik vind het hartstikke leuk om familie te ontmoeten.
Met ze te praten. Wandelen.

Tja, wat kan je nog meer doen.

Een halve dag, maximaal een hele dag is voldoende.

Voor mij dan.

Anderen denken daar anders over.

Wij gaan al heel veel jaren op familieweekend.

Voor mij is de naam al verkeerd.

Familiedag zou mooier zijn.

Het gaat om de familie van mijn verloofde.

Aardige mensen. Leuke mensen.

In de loop der jaren zijn er steeds meer familieleden
bijgekomen.

Alle broers en zussen kregen kinderen.

Die kinderen krijgen nu ook weer kinderen.

We begonnen oorspronkelijk met vader, moeder, 5
kinderen en aanhang.

Nu hebben we de grens van 30 gepasseerd.

Dat is veel.

Ik oefen voor het weekend alle namen. Vooral van de
nieuwe kinderen.

Of van de nieuwe verkeringen.

Ik krijg van tevoren van mijn verloofde ook adviezen.
Wat ik wel of niet mag zeggen. Waarvoor ik moet opletten.

Het zijn best veel adviezen. Meer instructies
eigenlijk.

Ik sta alleen met mijn wens van een familiedag.

Ze komen mij wel tegemoet. Vinden ze.

We gaan soms een kort weekend. Van vrijdag tot
zondag.

Dat wordt afgewisseld met een lang weekend.

Komend weekend wordt lang.

Begint al op donderdag.

Gaat door tot maandag.

Ik heb dispensatie voor de donderdag.

En ik mag tussendoor even naar huis.

Kippen voeren.

Dit jaar is extra belastend.

Mijn verloofde bereikt een kroonleeftijd.

Op eerste paasdag.

Mijn verloofde leek het leuk als we dat in het
familieweekend vieren.

Mij is op het hart gedrukt dat er niets aan gedaan
mag worden.

Tja.

Vind ik niet logisch gedacht.

Een lang weekend en een vrouw op leeftijd.

Het is een barre tijd.



Woensdag 13 april 2011

Hoofdstuk 5 Posted on wo, april 13, 2011 09:42

Wij hebben een ritje gemaakt met de cabrio.

Sinds kort hebben wij een cabrio.

Een cabrio op leeftijd.

Dat zie je alleen aan het kenteken.

Hij is vet mooi.

Automaat.

Saab.

Meer kun je je niet wensen.

Denk ik. Soms. Cabrio-gezien dan.

Zo gauw de zon dreigt te schijnen, plannen we een
rit.

Zaterdag scheen de zon. Rit gepland dus. Met vrienden.

Die hebben ook een cabrio.

Geen Saab.

Dat is jammer.

Hun cabrio was zaterdag stuk.

Ze mochten wel meerijden met ons.

We zouden tenslotte samen gaan.

Traditionele plaatsverdeling: mannen voorin, vrouwen
achterin.

Zon scheen heerlijk en we zaten voorin lekker achter
het glas.

Achterin was het koud. Zeiden ze. Pas op het eind
zeiden ze dat.

Teveel gepraat om het op te merken.

Mooie tocht gemaakt langs Schoonebeek (mijn roots
laten zien).

In Bourtange hebben we opgestoken.

Veel Duitsers in Bourtange.

Wilden natuurlijk wel eens zo’n mooie
verdedigingslinie zien.

Via de Hondsrug terug.

Was leuk. En gezellig. En warm. Voorin dan.

In juni gaan we een nieuwe tocht maken met z’n 4en.

Op de Veluwe.

In twee cabrio’s. Als de Duitse cabrio het doet.

Wij hebben altijd plek achterin.

En dan is het vast warmer.

Ik zal voor de zekerheid een plaid kopen.



woensdag 6 april 2011

Hoofdstuk 5 Posted on wo, april 06, 2011 10:09

Meten is weten.

Soms.

De onderzoeker vraagt een heleboel mensen hoe
gelukkig ze zijn (wat is geluk dan?) en om dat geluk een cijfer te geven. En
dan blijkt bijv. dat de Nederlander zich gemiddeld 7,5 gelukkig voelt.

Wat meet je dan eigenlijk?

Wat kun je dan allemaal een cijfer geven?

Slapen, eten, drinken?

Meten is weten. Zeggen sommigen.

Ik heb een energiemeter.

Die meet precies hoeveel energie je hebt.

Belangrijk om te weten.

Als je teveel hebt, kun je je niet meer concentreren.
Moet je energie kwijtraken.

Als je te weinig hebt, moet je rusten. Energie
opdoen.

Met mijn energiemeter kun je dat precies meten.

Vorige week vrijdag heb ik de energiemeter meegenomen
naar mijn werk.

Onderzoek gedaan.

Kinderen van groep 8 gemeten. En een ouder.

Vaak was de geleiding van de energiebaan te gering
voor een correcte uitslag.

Met groene inkt wordt de geleiding een stuk beter.

Dat wilden ze wel.

Ze wilden het echt weten.

Na de eerste meting kregen de onderzochte personen
opdrachten.

Tien minuten op stoelen klimmen.

Of rustig op de grond liggen.

Alles natuurlijk afhankelijk van de meetuitslag.

Daarna allen opnieuw gemeten.

Energiepeil was toen bij meesten goed.

Alle onderzochten zaten de rest van de dag met goede energie.

En met heel groene vingers.

Heb ze nog wel even gevraagd of ze ook goed bij de
tijd waren.

Dat waren ze.

Ze wisten zelfs de datum te noemen.

Ik ken nu veel meer Friese woorden.

Ook minder nette.



Woensdag 30 maart 2011

Hoofdstuk 5 Posted on wo, maart 30, 2011 10:17

Telefoon.

Een klus in Friesland.

Heb daar al eens eerder wat gedaan. Is leuk werken in
Friesland.

Nu Heerenveen.

Verbaast me niet. Dat voetballen in Heerenveen lukt niet echt
en misschien willen ze wel hulp bij de voetbalschool. Ze hebben tenslotte een
trainer met een onderwijsachtergrond.

Ik zal z.s.m. een afspraak maken. Moet orde en regelmaat
scheppen bij de voetbaltalenten. Vooral pedagogische opdracht.

Over het paard getilde, te snel verwende, te veel
verdienende jongens. Denken na twee goed gespeelde wedstrijden direct een goede
transfer te kunnen afdwingen en stellen zich recalcitrant op tegenover de
opleiders. Veroorloven zich vaak wangedrag.

Lijkt me een leuke klus. Heb ze heel wat te leren, denk ik.

Ben zelf nooit echt doorgebroken als voetbaltalent.
Verkeerde scouts langs de lijn denk ik. Wel heeft Dick Advocaat langs de lijn
gestaan en mij bekeken. Is niets geworden. Misschien had hij toen nog niet zo’n
goede blik. Of te druk met andere zaken. Hij was eigenlijk ook de trainer van
de tegenstander. Is al een tijd geleden. Hele tijd.

Zal in Heerenveen respect aanbrengen bij de jongelui. Ook
leren inhoud te geven aan dat begrip. En ook moeten ze leren nederig te kunnen
zijn. Ze hebben nog heel veel te leren in dit leven en er is meer dan voetbal.
Hoewel, aan sommige spelers zullen de verstandelijke vermogens in beperkte
hoeveelheden zijn uitgedeeld. Dat zie je ook geregeld als voetballers
worden ondervraagd op tv. Daar kan ik ze
ook in trainen.

Verheug me op de samenwerking met de hoofdtrainer. Lijkt me
een sympathieke man. Heeft nu steun nodig. Zal hem tactische tips geven. Als je
een grotere afstand hebt tot een elftal, zie je meer en beter wat er gebeurt.

He, zin an!

Telefoon.

Afspraak in Heerenveen.

Gaat om een school in een plaats in de buurt.

ID-baan.

Tot de zomer.

Erg leuk.

Zit wel al dicht bij het stadion.

Op fietsafstand, zeg maar.

Als de trainer me vraagt, ga ik er een keer langs.



Vrijdag 25 maart 2011

Hoofdstuk 5 Posted on vr, maart 25, 2011 14:45

Hoe ouder je wordt, hoe meer vroeger je hebt. Onderstaand
wat herinneringen aan de periode 1948-1957. Ik ben geboren in Schoonebeek en
eind 1957 verhuisden we naar Rijswijk.

·
Als kind moest ik vanaf september (de R is in de
maand) een borstrok over het hemd aan. Die borstrok was gebreid van wol en
kriebelde als een gek, vooral als je zweette.

·
Vanaf september kreeg ik iedere avond voor het
slapen gaan een lepel levertraan. Dat was heel vies. Daarna kreeg ik, voor de
smaak, een lepel suiker. En dan naar bed. Niks nog tanden poetsen.

·
Naar school mochten de schoenen aan, bij
thuiskomst werd eerst gecontroleerd of ik er mee gevoetbald had (dan volgde
straf) en daarna moesten de klompen aan. Ik heb leren voetballen met klompen
aan. Vandaar, zeg maar.

·
Na schooltijd moest direct de overall aan. Naar
school droeg ik een manchester broek.

·
Bij het warme middageten kreeg ik soms een klein
stukje vlees dat mijn vader afsneed van zijn vlees.

·
Op zondag hadden we vaak boontjes. En sla. Met
suiker er doorheen.

·
Als toetje (alleen op zondag) aten we vaak
pudding. Custard pudding. Had mijn moeder zelf gemaakt. Zaten altijd klonten
in. Veel gespuugd.

·
Alleen op zondag kwamen wij in de voorkamer. Rest
van de week in de keuken.

·
Verwarming was een kolenkachel, een in de keuken
en een in de voorkamer.

·
Op de kachel werd ook gekookt en het water warm
gemaakt.

·
In het voorjaar kreeg ik konijntjes. Mooi hok.
Met kerst slachtte de buurman ze.

·
In de zomervakantie logeerden we bij de familie.
Later gingen mijn ouders zelf wel eens een paar dagen weg en dan logeerde ik
ook bij familie.

·
Als je dorst had, dronk je water. Later kregen
wij soms ranja. Dan haalden wij bij de boer een strorietje.

·
Als je bij een vriendje kwam en zij zaten te
eten, werd een stoel aangeschoven en een bord erbij gezet. At je gewoon mee.
Ook als je thuis al gegeten had.

·
Mijn vader knipte zelf mijn haar. Model
bloempot: opgeschoren zeg maar. Met de handtondeuse. Au. Littekens zijn nog
zichtbaar.

·
Alleen radio. Geen platenspeler, telefoon en zo.
Op zondag luisterden we naar mr. GBJ Hilterman (De toestand inde wereld). Begreep
er niets van. Soms luisterden we naar het verslag van een voetbalwedstrijd van
het Nederlands elftal.

·
Op de eerste schooldag van het nieuwe schooljaar
kreeg je van je moeder een zelfgemaakte inktlap mee. Daaraan moest je je pen
afvegen. We schreven met pen en hadden de inkt (Talens) in het inktpotje.



Vrijdag 18 maart 2011

Hoofdstuk 5 Posted on vr, maart 18, 2011 19:51

Ik fiets. Soms. De fiets is voor mij een verplaatsmiddel.
Fietsen naar het dorp is prima. Niet te lang, lekker buiten. Ik ga zelden zomaar een
eindje fietsen. Ik wandel liever.

Ik heb een fiets zonder versnellingen. Ik heb wel eens een
fiets met versnellingen gehad.

Mijn eerste (kinder-)fiets was een zogenaamde doorloper. Je
kon de trappers niet stilhouden. Er zat geen rem op. Als je wou stoppen, ging
je staan op de trapper die omhoog ging. Je wisselde dat snel af, links en
rechts. In het begin zaten er ook nog houtblokken op de trappers. Anders kon ik
niet goed bij de trappers.

Later kreeg ik een gewone fiets, een Juncker. Het stuur kon
je omdraaien, dan leek het net een racefiets. Met deze fiets zonder
versnellingen heb ik, met vrienden, een drieweekse fietstocht naar Luxemburg
gemaakt. Er moest een handrem bij gemaakt worden, zodat je ook op het voorwiel
kon remmen. Handig op de bergen in de Ardennen.

Omhoog hebben we de bergen hoofdzakelijk gelopen. Naar
beneden ging heel hard.

We waren heel mager toen we thuis kwamen.

Op mijn 16e kreeg ik een brommer. Ik betaalde hem
zelf, maar mijn vader kocht hem. Een RAP. Helemaal verkeerd. Een buikschuiver.
Het moest een Puch zijn. Ik heb de RAP snel ingeruild. De Puch werd gemaakt
zoals hij hoorde: hoog stuur, voetversnelling, kleine koplamp, zadel en klein
rekje achterop, uitlaat een potje, en dan maar scheuren. En bekeuringen
krijgen.

Na enkele jaren heb ik de Puch ingeruild voor een Honda.
Goed vervoermiddel. Ik ben gestopt met de brommer toen de helm verplicht werd.

Mijn eerste grote fiets heb ik ingeruild voor een Raleigh.
Mooie fiets, drie versnellingen, staafremmen. Heel stoer. Ik kon er niet mee
omgaan. Ik twijfelde steeds over welke versnelling het lekkerst zou rijden. Na enkele
weken ingeruild voor een Gazelle, type opa-fiets. Een versnelling. Terugtraprem. Ik heb er 25 jaren mee
gefietst.

Toen enkele jaren geleden de fietsenmaker mijn fiets
terminaal verklaarde, heb ik een nieuwe gekocht. Het was verstandig om met mijn
tijd mee te gaan. Ik kocht een moderne fiets. Met vering in voor- en achtervork
en met versnellingen. Ik heb ook deze fiets slechts korte tijd gehad. Ik kon nog
steeds niet met de versnellingen omgaan. Ik zat er ook raar op. Ingeruild voor
de bewezen goede Gazelle. Type opa-fiets. Rijdt heerlijk. Zit lekker.

M. fietst niet. Ze is daar ongeschikt voor. Ze heeft wel een
fiets. Een mooie. Met vering in voor- en achtervork. En in het zadel. Met heel
veel versnellingen. Ze gebruikt de versnellingen niet. De fiets ook niet.

Ze heeft een brommer. Die gaat ze gebruiken. Denk ik.



Donderdag 10 maart 2011

Hoofdstuk 5 Posted on do, maart 10, 2011 14:45

M. is deze week vrij. Voorjaarsvakantie. Ik heb geen
vakantie. Altijd vrij.

Wij doen deze dagen veel samen. Wel apart, maar tegelijk
dan, zeg maar.

M. heeft de kasten opgeruimd. Alle ramen gewassen. Alles
rondom huis geveegd. De brommer schoongemaakt. Morgen nog naar de kapper en dan
is ze klaar voor het voorjaar.

Tegelijkertijd heb ik boomplantdag gehouden. Cabrio
opgehaald. Karport gemaakt, want de cabrio staat op de plek van de
aanhangwagen. Ik ga niet naar de kapper, maar het mag best echt voorjaar worden.

Tijdens het avondeten bespreken wij waar wij pijn hebben van
de klusssen. Wat we nog goed kunnen bewegen en wat niet meer functioneert. Wat
geen pijn meer doet. Waar blaren zitten. We hebben steeds meer onderdelen die
pijn doen.

We spreken af wat gemasseerd moet worden. We hopen dat
knijpen in pijnlijke lichaamsdelen verlichting geeft. Soms doen de handen te
zeer. Een boek vasthouden in bed is al te veel. Dan vallen we maar als een blok
in slaap.

Het voorjaar mag wel komen!



« VorigeVolgende »