M. is deze week vrij. Voorjaarsvakantie. Ik heb geen
vakantie. Altijd vrij.

Wij doen deze dagen veel samen. Wel apart, maar tegelijk
dan, zeg maar.

M. heeft de kasten opgeruimd. Alle ramen gewassen. Alles
rondom huis geveegd. De brommer schoongemaakt. Morgen nog naar de kapper en dan
is ze klaar voor het voorjaar.

Tegelijkertijd heb ik boomplantdag gehouden. Cabrio
opgehaald. Karport gemaakt, want de cabrio staat op de plek van de
aanhangwagen. Ik ga niet naar de kapper, maar het mag best echt voorjaar worden.

Tijdens het avondeten bespreken wij waar wij pijn hebben van
de klusssen. Wat we nog goed kunnen bewegen en wat niet meer functioneert. Wat
geen pijn meer doet. Waar blaren zitten. We hebben steeds meer onderdelen die
pijn doen.

We spreken af wat gemasseerd moet worden. We hopen dat
knijpen in pijnlijke lichaamsdelen verlichting geeft. Soms doen de handen te
zeer. Een boek vasthouden in bed is al te veel. Dan vallen we maar als een blok
in slaap.

Het voorjaar mag wel komen!