Blog Image

Jan Geerts

Mijn blog - reacties welkom


Zondag 5 mei 2013

Hoofdstuk 7 Posted on zo, mei 05, 2013 21:24

Op de camping
in Frutigen.

Weer kamperen.

Alles is zoals
het moet zijn.

Was afgelopen
week niet zo.

Oom overleden.
Nog een oom overleden.

Nu genoeg tijd
om erover na te denken.

Hoe oud ook,
je wilt niemand missen.

We hebben
gelukkig dichters om onze gevoelens te verwoorden.

…..

De zomerwei des ochtends vroeg.

En op een zuchtje dat hem droeg

vliegt een geel vlindertje voorbij.

Heer, had het hierbij maar gelaten.

Vasalis

Ze trokken God
aan zijn mouw;
‘Dat geschenk van je,
de liefde,
wat was daar de bedoeling van?’

Het regende
en God verzonk in gepeins
(maar eerst rukte hij zich nog los,
hij hield niet van hun manieren)
en al peinzend
waadde hij door leven en door dood,
door waanzin en nalatigheid,
door waarheid en door angst,
zag hoe zij frunnikten aan elkaars jas
en daalde peinzend af
langs de smalle trap van hun rede-

‘Ik heb het geweten,’ mompelde hij. ‘Ik heb het
geweten.’

Toon Tellegen

Weggaan is iets anders

dan het huis uitsluipen

zacht de deur dichttrekken

achter je bestaan en niet

terugkeren. Je blijft

iemand op wie wordt gewacht.

Weggaan kun je beschrijven als

een soort van blijven. Niemand

wacht want je bent er nog.

Niemand neemt afscheid

want je gaat niet weg.

Rutger
Kopland



Zondag 28 april 2013

Hoofdstuk 7 Posted on zo, april 28, 2013 14:18

Onze Max is dood.

De buurvrouw had hem langs de weg gevonden.
Doodgereden.

Hij is maar twee jaar geworden.

Max was grote vriend van Nilsson. Sliep bij hem in de
mand.

Als Max bij ons op schoot lag en Nilsson meldde zich
in de kamer, ging hij direct naar hem toe om bij hem te liggen.

Kampioen muizenvanger. En mollen. Ratten.

We hebben weinig last van ongedierte.

Ook vogels pakte hij. Dat was minder, maar maak dat de
kat eens wijs.

Hij at bijna alles op wat hij ving. Soms liet hij een
staartje liggen.

Hij liet zich geregeld een nachtje opsluiten in de
schuur. Maakte hij de schuur even muisvrij.

Hij kwam vaak luid miauwend binnen. At naast wat hij
ving alleen brokjes en ‘s morgens samen met Nilsson enkele plakjes kipfilet.

Hij ging zijn eigen gang.

Vooral in het voorjaar was hij hele dagen in het
weiland te vinden. Hij liep ook over de weg om daar in het weiland te jagen.

Dat is hem dus noodlottig geworden.

Sneu.

De eerste dagen na het overlijden van Max liep Nilsson
vaker naar buiten en hij liep dan steeds om het huis en in de tuin.

Ik dicht hem maar toe dat hij Max zocht.

Mijn schoonvader vroeg zich altijd af wat zich toch in
de kop van onze hond afspeelde.

Geen idee.

Ik denk dat hij primair reageert en alles neemt zoals
het is.

Goed voorbeeld voor ons.

We hebben nu nog een poes en een hond.

Lang geleden dat we zo’n kleine bezetting hadden.

Onze poes Pip is ook gek op Nilsson.

Pip is deze week geopereerd.

Bijna alle kiezen zijn verwijderd. Hij had last van
stevige ontstekingen.

Dat eruit halen van kiezen schijnt nog een heel werk
te zijn, gezien de nota van de dierenarts.

Binnenkort krijgt ze een kunstgebitje.

Ach ja, je moet wat als je dieren hebt.



Zondag 21 april 2013

Hoofdstuk 7 Posted on zo, april 21, 2013 13:21

Op zondagmorgen wandel ik met Nilsson in het bos.

Dat wandelen wordt steeds spannender, want er zijn
nieuwe bordjes geplaatst in het bos.

Nu mag de hond niet meer los lopen.

Hij wordt verdacht van het mogelijk verstoren van het
wild.

Dat doet Nilsson niet, maar overtuig een boswachter
maar eens.

Of een boa.

Dat is een buitengewoon opsporingsambtenaar.

Aangesteld op criteria als kunnen schrijven en
klakkeloos uitvoeren van regels.

Niet om te praten.

Ik ben er gelukkig nog geen tegengekomen.

Ik blijf ongehoorzaam.

Er rijden auto’s door het bos. En crossmotoren.
Fietsers.

Zoekende klootschieters.

Allemaal met veel meer lawaai dan ik.

Dus.

Ik mijmer tijdens het lopen.

De gedachten komen vanzelf.

Soms denk ik terug aan afgelopen week. Wat ging goed
en wat kan beter. Wat moet ik de komende week doen.

Ik kijk naar het zonnetje, ik haal een tak uit de
vacht van Nilsson.

Ik luister naar de vogels.

Max is niet thuisgekomen.

Max is onze jongste kat. Muizenvanger bij uitstek.

Heel veel buiten.

’s Avonds altijd thuis.

Slapen bij zijn grote vriend Nilsson.

Sinds woensdag niet meer gezien.

Ongerust.

Ik groet voorbijkomende crossfietsers.

Vandaag kwam ik twee vrouwen tegen. Twee keer.

De eerste keer reden ze me tegemoet.

Moi. Moi.

De tweede keer was een uur later.

Ik zat op een bankje en zag ze aankomen.

Ze moesten over een boomstam.

Dat kan niet met de crossfiets.

Ze stapten af en tilden hun fietsen over de boomstam.

Op een crossfiets stap je anders op dan op een damesfiets.

Dat deden ze goed.

Ze wilden wegtrappen.

Dat lukte niet.

Ze vielen tegelijk.

Ze moesten er hard om lachen.

Ik ook.

Mooi weer.

Mijmeren.

Zoon van neef J. is vrijdag getrouwd.

De naam van J. is niet moeilijk. Vroeger waren onze
ouders niet creatief.

We zijn allemaal naar opa vernoemd.

Zijn zoon R. trouwde.

R. is ziek. Ernstig ziek.

Bruiloft was gepland in mei.

De dokter zei dat april beter was.

Daar mijmer ik over.

Dan denk ik aan Vasalis.

“Zoveel soorten van verdriet, 


ik noem ze niet”.

Zo jong. Zo oneerlijk.

We hebben nog heel veel te verbeteren in onze wereld.

Dat mijmer ik niet.

Dat wens ik. 




Zondag 14 april 2013

Hoofdstuk 7 Posted on zo, april 14, 2013 19:56

Vorig weekend
kwamen mijn zus en zwager op bezoek.

Dat betekent
extra schoonmaken.

M. heeft alle
ramen gelapt.

Ik moest extra
goed poetsen en stofzuigen.

De buitenboel
moest geveegd worden.

Takken
opgeruimd.

Bezoek was
leuk, maar van tevoren inspannend.

Dit weekend
zaterdag en zondag in de tuin gewerkt.

Weer geveegd.

Grasmaaier
schoongemaakt en aan de accu-oplader gezet.

Gras gemaaid.

Kippenhok
schoongemaakt.

Buitenmeubilair
schoongemaakt en buiten gezet.

M. heeft nog
een keer geveegd.

Volgens haar
is het nu echt geveegd.

Ze heeft de
vogelvoederplaats opgeruimd.

Banken echt
schoongemaakt.

Ze is met de
hoge-druk-spuit in de weer geweest.

Ze heeft de bloemetjes buiten gezet.

Bakken vol.

Ik heb de
cabrio gewassen.

We hebben
gewacht tot het zonnig was.

Dat was om
15.45 uur.

Gelijk gaan
rijden.

Lekker ritje.

Om 16.00 uur
was de zon weg.

Wel goede temperatuur.

Een mooie rondrit
gemaakt.

Om 17.00 uur
waren we weer thuis.

Even zitten.

Het voorjaar
is begonnen.

Ik weet waar
voorjaarsmoeheid weg komt.



Zaterdag 6 april 2013

Hoofdstuk 7 Posted on za, april 06, 2013 14:18

VOORJAAR

Met een kop koffie in de hand de tuin in


Een eerste zonnestraal kruipt m’n kruin in

Anne-Tjerk Mante



Donderdag 28 maart 2013

Hoofdstuk 7 Posted on do, maart 28, 2013 15:59

Ik rijd vaak op de grote weg.

Lekker cruise control aan en scheuren maar.

Ik rijd 120 of 130 km waar dat mag.

Principieel ben ik tegen 130 km.

Maar het rijdt wel lekker en ik moet me
natuurlijk aanpassen aan het verkeer.

Ik pas me gemakkelijk aan.

Ik observeer mijn medeweggebruikers.

En dan valt mij veel op.

Niet van de bestuurders zelf, maar wel van
het merk auto dat ze rijden.

De Renault Megane rijders jakkeren het
hardst.

Ze rijden ongeveer even hard als de BMW
rijder.

Ook de Audi rijders overschrijden met gemak
de maximale snelheid.

De bestuurders van de witte busjes rijden ‘s
morgens onder de 120 km, ’s avonds ruim boven de 120 km p.u.

Skoda rijders zitten standaard 10 km onder
de toegestane snelheid.

In een Fiat 500 zit altijd een vrouw.

In een Ford Ka ook.

Soms zit daar wel een man in, maar dat is
dan toch een beetje een loser.

Of hij heeft te weinig geld.

Of geen verstand van auto’s.

O.i.d.

Cabrio rijders zie ik nu nog niet.

Te koud.

De sympathiekste rijders zijn echt de
gentlemen en gentlewomen van de weg.

Die rijden in een Saab.

Of in een Volvo.

Vrouwen in een Saab of een Volvo zijn altijd
knap.

Good looking.

Leuk.

Heel leuk.

Ik kan het weten, want ik let erop.

Je moet wat tijdens het rijden.



Zaterdag 16 maart 2013

Hoofdstuk 7 Posted on za, maart 16, 2013 21:55

Soms maak ik me wel eens zorgen.

Ik voel me heel goed, maar het kan natuurlijk een stuk
minder worden, en dan.

Dan moet je naar de dokter en over die dokters verschijnen
de laatste tijd heel nare verhalen in de krant.

Verslavingen, schorsingen, conflicten op de werkvloer,
teveel sterfgevallen.

Dat maakt mij onzeker.

Dat stemt mij tot nadenken.

Ik heb daar lang over nagedacht.

Voor mij lang.

Ik heb een vragenlijst ontwikkeld.

De dokter stelt je altijd vragen als je op consult komt.

Het is verstandig om goed voorbereid op het spreekuur te
komen.

Ik ga zelf vragen stellen.

Dit is mijn vragenlijst:

Voelt u zich gezond?

Bent u het laatste half jaar bij een dokter geweest voor onderzoek?

Gebruikt u alcohol? Hoeveel glaasjes gebruikt u per week?

Gebruikt u medicijnen? Welke?

Bent u verslaafd? Bent u behandeld voor een verslaving?

Bent u wel eens behandeld voor een mentale stoornis?

Heeft u financiële problemen?

Hoe is uw relatie met uw collega’s?

Zijn er conflicten op de werkvloer?

Heeft u conflicten thuis?

Hoeveel mensen zijn er tijdens uw behandeling overleden?

Hoeveel schadeclaims heeft u de laatste tien jaar gehad?

Bent u in een ander land dan Nederland geschorst als arts?

Waar heeft u uw opleiding gehad? Heeft u daar bewijs van?

Hoe lang heeft u over uw opleiding gedaan?

Heeft u iets verzwegen dat voor de behandeling van mij als patiënt
belangrijk kan zijn?

Als bovenstaande vragen naar tevredenheid zijn beantwoord,
kan ik met een gerust hart de dokter het onderzoek laten beginnen.

Geeft een rustig gevoel.

Ik voel me nu al een stuk beter.



Donderdag 7 maart 2013

Hoofdstuk 7 Posted on do, maart 07, 2013 10:37

Geen moeite was ze teveel.

Vanuit Almelo, Zuidhorn, Emmen, Assen, Weiteveen, Sleen en
Dalen kwamen huidige en oud-personeelsleden naar de jaarlijkse
personeelswandeling van de BWB-school in Dalen.

Fijn om weer contact te hebben.

We liepen door het buitengebied van Dalen. Prachtige
wandeling.

We was niet iedereen.

Sommige oud-leerkrachten krijgen wat zeertjes. Konden niet
meelopen.

Rugpijn. Heuppijn.

Gelukkig konden ze wel meedrinken.

En meepraten.

Dat is toch wel de core-business van deze groep.

Praten.

Dat deden we volop.

Onderweg zei iemand nog dat we moesten genieten van de
natuur.

Zo.

Daarvoor waren we niet gekomen.

We zeiden dat het mooie natuur was.

En gingen door met praten.

Ineens was de wandeling afgelopen en gingen we opsteken.

Nadat we de buitenboel bij ’t Oelnbret hadden
gereorganiseerd, gingen we door met onze kernkwaliteit.

We zijn weer op de hoogte.

We weten de aantallen kleinkinderen, de
verre-reizen-plannen, de sportieve prestaties, de stand van zaken op school, de
pijntjes en andere fysieke ongemakken.

De jaarlijkse foto is gemaakt.

We maakten de foto onderweg.

Sommigen waren heel blij dat ze even konden zitten op een
hek.

Waren moe van het praten.

Niet iedereen staat op de foto.

Kan niet.

Eentje moet de foto maken en twee zaten te wachten op het
eindpunt.

Volgend jaar doen we het anders.

Dan maken we pas op het eind de foto.

Tijdens het koffiedrinken en voordat de drank op tafel komt.

Wordt vast een mooie foto.

Ik heb een groothoeklens, dus er kunnen veel mensen op.

Volgend jaar ben ik er weer bij.

Is al genoteerd: 5 maart 2014.

Wordt weer een prachtige dag.



« VorigeVolgende »