We hadden nog nooit zo’n wild nest gezien.
Engelse setters zijn de rust zelve. De moeder was ook
best rustig, in de woonkamer liepen nog enkele kalme tantes rond, maar dit
nestje was heel druk. Ruw spelen met elkaar. Veel energie en heel veel lawaai.
Maar wij hadden besloten dat we een pup wilden. Goed
voor onze Bommel, die met z’n tien jaren nu echt wel oud werd. Fijn voor ons om
weer een jonge hond in ons gezin te hebben.
We hebben haar opgehaald in augustus 2003. Onze keuze
viel op een leuke pup die niet de wildste leek. We wilden een vrouwtje, want we
hadden goede ervaringen met beide geslachten thuis.
Sproet was snel eigen. Maakte goed contact met
Bommel. Ze sliep graag tegen hem aan, tussen voor- en achterpoten. Had heel
veel energie. Rende heel hard. Kon goed met de katten opschieten.
In huis was ze erg lief. Aanhankelijk. Lag graag op je. Zat naast je naar je te kijken en sprong dan ineens op je schoot.
Buiten was haar lust en haar leven. Achter eenden aan.
Op zondagmorgen in het bos, heerlijk scheuren door het struweel. Lang wachten bij iedere waterpartij omdat
ze alles doorzwom op zoek naar watervogels. We renden nog een tijd samen door het bos. Eerst
liep Sproet los, later met een elastiek aan mij vast; ik stond te vaak op
haar te wachten omdat ze nog achter iets aan was.
Op een ochtendwandeling naar het weiland voor ons huis ging het mis. Ze werd
geraakt door een auto. Heel eng. Dierenarts. Shock. Nachtje opgenomen. Gelukkig
achteraf alleen veel butsen en blauwe plekken, wel heel veel schrik.
Bij het wandelen van vaste routes ging het goed, bij
afwijkingen van de route of nieuwe wandelingen ging het geregeld mis. We hebben
haar via de politie teruggekregen toen ze met mensen was meegelopen. We hebben
onze mobiele nummers aan haar halsband gedaan. We zijn geregeld gebeld als ze
ergens was gevonden en de weg terug niet meer wist.
In Zweden raakte ze zoek tijdens de eerste wandeling na aankomst op de camping.
Een rondje door het heuvelachtige bos met veel rotspartijen. Via anderen kwamen
we haar op het spoor. Ze bleek vast te zitten op een rotsblok. Ze was van
stenen afgegleden en kon er niet meer af.
Ik heb haar met gevaar voor eigen leven uit zee
moeten redden omdat ze eenden achterna ging.
Nilsson kwam. Mooi om te zien hoe afwachtend ze
in eerste instantie was, hoe goed ze voor hem ging zorgen en hoe behoedzaam ze
met hem speelde. Zij was zijn voorbeeld. Waar Sproet ging, liep Nilsson in de
buurt.
Nieuwe katten accepteerde ze moeiteloos. Pip sliep
graag bij haar in de mand.
Ze is gesteriliseerd. We wilden geen jonge hondjes en
Nilsson was te viriel.
Ze is daarna wat steviger geworden. Bleef wel graag
achter eenden aangaan. Struinde vol energie het bos door. Zat altijd onder de
takken, blaadjes en stokjes.
In april merkten we de eerste ziekteverschijnselen.
Ze bleef vaker bij mij in de buurt in het bos. Na Pasen wilde ze niet meer mee met de ochtend- en avondwandeling. Begin mei wilde ze niet meer mee naar
het bos. Naar de dierenarts geweest. Die dacht aan heup- of wervelkolomschade.
Pillen gehad.
Ze is meegegaan op vakantie. Ging slecht. Neusbloeding,
steeds minder willen wandelen, wel dwangmatig lopen. Dierenarts dacht aan
hersenbloeding.
Thuis werd ze eerst rustiger. Eigen omgeving. Ze kon
zelf naar binnen gaan als ze wou. Het dwangmatig blijven lopen nam toe, ze liep
soms 4 tot 5 uur achter elkaar door. Ze kon de deur niet meer vinden. Liep
overal in huis en buiten vast. Was heel onrustig, erg bang. Schrok van ieder geluid en onverwachte beweging. We kregen geen
contact meer met haar.
Vrijdag 10 juni hebben we haar laten inslapen.
Dag lieve, lieve Sproet.