Eind juni is Assen TT. In de jaren 50 ben ik er enkele keren met mijn vader geweest. Mooi. Vooral de lucht van de benzine en de motoren is me blij gebleven. En natuurlijk John Surtees. En Stirling Moss. Dat waren de Valentino Rossi’s van die tijd.
Als je over de A28 naar Assen rijdt, zie je aan de linkerkant bij het circuit de letters TT in grote stenen staan. Prachtig.
Vlak bij Assen raakt de camping, eigenlijk een groot weiland, naast de A28 langzaam bevolkt. Dagelijks komen er tentjes bij. Maandag stonden de eersten er.
Het grootste motorsportevenement van Nederland wordt erg goed bezocht. Op zaterdagmiddag na de TT staan velen langs de grote weg te kijken hoe de motorrijders naar huis gaan. Velen willen dan nog wel even stunten. Ook de viaducten staan helemaal vol. Op stoeltjes zit men, natje en droogje erbij, en maar kijken. Restant van wat vroeger bermtoerisme was.
In Dalen zie je ook altijd een aantal mensen langs de N34 staan aan het eind van de laatste zaterdagmiddag in juni. Hier rijden ze ook langs.
De TT leeft in Assen. Er is in het centrum veel te beleven, van optredens tot kermisattracties.
Assen is TT. En bruist. Viert feest. Dus is iedereen vrijdag vrij. Mooi.