Hoofdstuk 3
Geplaatst door Jan GeertsPosted on ma, april 12, 2010 20:58
- Waar zit jij?
- Rechts van je. Even wachten. Als het beweegt, probeer ik naar je toe te rollen.
- Zie je mij dan wel?
- Ik ruik je.
- Dank. Dat ben ik niet…
- Wacht, er komt beweging….Zie je me nu?
- Ja, je komt net over het bultje heen.
- Hoe ben jij hier gekomen?
- Vochtigheid. Zweet denk ik. Dan plakt het.
- Ik ben hier verzeild na het zwemmen. Handdoek was niet uitgeklopt denk ik.
- Waar gaan we naar toe?
- Geen idee. Het schuurt wel een beetje. Wel gelijkmatige beweging.
- Ook wel benauwd! Met dit weer hier zitten! Zijn er nog meer van ons?
- Moet haast wel. Maar niet op dit plekje.
- Hoe komen we ooit terug?
- Via het water denk ik. Was de vorige keer ook zo. Is dit jouw eerste keer?
- Ik heb wel korte tripjes gedaan, maar nooit zo lang.
- Kun jij licht zien?
- Nee, het is hier hartstikke donker. Ik voel wel een soort haartjes.
- Wacht, de beweging wordt anders.
- Er is ineens meer ruimte.
- Kijk, nu is er licht!
- Ik hoor water!
- Ik voel water.
- Daar gaan we! Dag zandkorrel.
- Dag zandkorrel. Tot op het strand!