Onderdeel worden van de geschiedenis.
Het overkomt ons allen.
Ook mij.
Daar liep ik op deze mooie maartdag
tegenaan.
Op deze prachtige dag heb ik langzaam
gewandeld in het bos met Nilsson.
Nilsson loopt steeds een stukje voor me uit
en gaat bij alle bankjes die we tegenkomen alvast zitten.
Hij kent mij. En ik stel hem niet teleur.
Natuurlijk niet.
De wandeltocht duurt in de winter en bij
regen een uur en twintig minuten.
Vandaag met dit prachtige weer deden wij er
twee uren over.
Ik pas me gemakkelijk aan.
Thuis kopje koffie gemaakt en de krant
verder gelezen.
Klussen doe ik niet op mooie dagen.
Er kwamen twee kinderen aan de deur.
In principe geef ik aan iedere collecte en
aan ieder goed doel.
Soms niet.
Maar dat is een ander verhaal.
Nu wel.
De kinderen kwamen loten verkopen.
Voor de Floralia.
Van de BWB-school.
Dat is de school hier in Dalen, zeiden ze er
verklarend bij.
Ik vroeg of ze wisten wie ik was.
Of ben.
Ze hadden geen idee.
Eerlijke kinderen.
Ik vroeg of ze wisten hoe hun plein heet.
Ze legden nog een keer uit dat het plein gewoon
van hun school was en dat de school BWB was.
Ik hield vol.
Er staat een bordje op.
Er ging bij een van de kinderen een lampje
branden.
Zwak lampje.
Ze dacht dat het plein Meester Geertsplein
was.
Ik was verheugd.
Ik zei dat ik dat ben.
Grote verbazing.
Dus U was onze burgemeester?
Ja dus.
Maar dat was al lang geleden.
Ze herinnerden zich nog wel wat, zeiden ze.
Aardige kinderen.
Geschiedenis is een vaak onderschat vak.
Er moet meer geschiedenisles komen.
Vooral over lokale geschiedenis.
Met foto’s.