Ik geef het toe.
Ik mag de koningin wel.
Ze is ok.
In de vorige eeuw heeft ze onze school in Dalen bezocht.
Ze had gehoord van bijzondere projecten op school.
Daar wou ze naar kijken.
Van tevoren is dat nog een heel gedoe.
Veel overleg met de voorbereidingsgroep.
Daarin zaten o.a. de hofdame, een kamerheer van de koningin,
een kamerheer van de provincie, hoge ambtenaren, hoge militairen, de burgemeester,
de gemeentesecretaris.
En ik.
Het programma is doorgesproken.
Ik mocht haar verwelkomen en naast haar lopen.
Over het plein, tussen alle kinderen en belangstellenden.
Kinderen zongen een lied: Petje af voor de Koningin.
De koningin vond het mooi.
Veel pers.
Fotografen.
TV-camera’s.
In school mocht ik uitleggen over het alternatieve zitten.
En over de snipperdagen.
En hoe we het leren lezen aanpakten.
Het was een fijn gesprek.
De koningin was zeer geïnteresseerd.
Ze zou een half uur blijven.
Ze bleef ruim drie kwartier.
Ze vond het een fijn bezoek.
Ik ook.
Ik kan dus zeggen dat de koningin bij mij op bezoek is
geweest.
Ik vind dat een fijne zin.
Eerst was Juliana mijn koningin.
Nu Beatrix.
Fijn dat ze kwam.
Jammer dat ze gaat.