Morgen gaan we ontspannen.
Dan zijn we op vakantie.
Nu hebben we de prevakantiespanning.
Noodzakelijke spullen bij elkaar zoeken.
Routebeschrijving. Papieren van de huisjes.
Reispapieren.
Geld wisselen. Vroeger dan.
Camera’s opladen, alle snoertjes mee. Kleding.
Schoenen. Boodschappen.
Auto wassen.
Laatste kleren wassen. Huis poetsen, want familie
komt oppassen.
Gras nog even maaien.
Grasmaaitrekker is vorige week nog naar reparateur
geweest. Messen stuk en zo.
Nu lekke band. Shit.
Gras moet wel gemaaid worden in de vakantie.
Direct gebeld. Vandaag kon wel iemand even langs
komen. Hoera!
Eind ochtend heeft monteur hier de band gerepareerd.
Ging vlot in zijn grote bestelwagen.
Mooi ingericht, van alle gemakken voorzien,
tuintechnisch gezien.
Nilsson kijkt altijd graag mee. Mannetjeshond.
Technisch onderlegd.
Hij staat er met de neus bovenop.
Monteur ging weg.
Verder gegaan met klussen.
Miste de hond. Gezocht, gefloten.
Niks.
Stress.
Hij loopt nooit weg, is altijd bij huis.
Bang vermoeden.
Vond het wat gênant om te bellen.
Toch maar gedaan.
De monteur had nog niet in de auto gekeken.
Hij was aan het eten.
Wou wel even kijken.
Ik hoor hem al blaffen, zei de monteur.
Snel naar de werkplaats gereden.
Hond meegenomen.
Van die dingen.
Prevakantiestress.
Morgen wordt het beter.
Zo blijft het leven verrassend.
Fijne vakantie.
Hilarisch!
Fijne vakantie. Ik mag hopen met Nilsson hihihi
Prettige vakantie, wij gaan morgen ook.