Zinloos.
Als je bij de kapper bent geweest, moet je een tijdje later
weer. En dat je hele leven.
Ik ga niet graag naar de kapper.
Vroeger ging ik graag. Om geld uit te sparen, knipte mijn vader mij echter zelf. Hij had een tondeuse. Door in de tondeuse te knijpen en van onder naar boven in de nek het apparaat te bewegen, werden de haren geknipt. De meeste haren. Een aanzienlijk deel trok hij er met de tondeuse uit. Dat deed heel zeer. Ik mocht mij absoluut niet bewegen, anders deed het nog veel meer pijn. Ook door de tikken die ik dan kreeg. De knipbeurt was een ware veldslag. Toen was ik graag naar de kapper gegaan.
Nu niet meer.
Ik ga dan ook niet vaak. Soms denk ik dat mijn haar te lang
is geworden en dan moet ik wel. Ik stel het wel uit. En als ik bij de kapper
ben en het is te druk, ga ik weg.
Ik heb mijn haar ook wel zelf geknipt. Zelf vond ik dat het
er wel goed uitzag. Dat je niet kon zien dat ik het zelf had geknipt. Daar
denkt M. altijd anders over. Zij ziet het direct. De kapper trouwens ook. Ik heb
beloofd dat ik dat niet meer zal doen. Soms knip ik er een heel klein beetje
af. Dat valt meestal niemand op. Denk ik.
Hoe wilt u het geknipt hebben? De startvraag van de kapper.
Ik moet dan een goed antwoord geven. Geen grappen maken.
Niet: op sommige plekken wat erbij, op andere iets eraf. En
dat dan in mooi evenwicht.
Goed antwoord geven: een stuk eraf, niet te kort, wel over
de oren. Overal even lang.
Zo’n antwoord vindt de kapper goed. Meestal is de kapper een
kapster.
Dan haren nat maken en knippen. De kapster dus. En dan
gezellig praten. Over de drukte bij de kapper, het weer, de vakantie, de
kinderopvang, de mogelijkheid van kleurspoeling. Soms heb ik een kapster die
niet praat. Heerlijk.
Na de knipbeurt wordt het haar geföhnd. Ik lijk dan veel
haar te hebben. Een kwartier knippen kost 21,50 euro. Daar kun je heel veel
leuks voor kopen.
Thuis knip ik soms hier en daar wat bij. Af dus eigenlijk.
Stukjes die de kapster vergeten is.
En dan komt M.
Als M. bij de kapper is geweest, weet ik wat ik moet zeggen.
Vooral eigenlijk wat ik niet moet zeggen.
Er zijn dus spelregels voor. Bij ons geldt het volgende:
a.
Altijd opmerken dat ze bij de kapper is geweest.
b.
Altijd goed commentaar geven.
c.
Nooit zeggen: het zit heel aardig. Dat is
dodelijk voor de sfeer. In huis.
d.
Nooit zeggen hoe de kapper het beter had kunnen
doen.
e.
Nooit vragen waarom deze kleur / deze lengte/
dit model is gekozen. Is een vorm van kritiek.
f.
Ik ga niet verklappen wat ik wel zeg, want M.
gaat binnenkort weer naar de kapper. Maar de woorden GOED en JONG zitten er
altijd bij.
M. ziet direct dat ik bij de kapper ben geweest. Haar
commentaar is : Je bent bij de kapper geweest. Soms zegt ze: Waarom heb je het
zo kort laten knippen? Soms zegt ze dat het wel eens minder is geknipt. Ze
heeft een echt Drentse manier van complimenteren.
Naar de kapper gaan hoef ik voorlopig even niet.
Lieve Jan,
Als je de volgende keer weer een keer moet knippen, kom dan eens langs. Ik kan best aardig knippen. Je krijgt geen slaag als je beweegt en jij mag beslissen of je wilt praten of rust wilt (moet ik me wel even op voorbereiden haha, want ik praat graag) En als klap op de vuurpijl wil ik ook nog wel iets lekkers voor je bakken (kan je even proeven van m’n nieuwste creaties). Lijkt je dat goed? Lijkt mij wel heel gezellig.
Is een staartje geen idee??Nooit meer naar de kapper.Je kunt zelf eventueel bijknippen.Niemand die dat opvalt!Toch??