Hoe is de planning?

Als ik over het tuinhuisje vertel, is dat vaak de eerste
vraag.

Ik heb geen planning.

Is het nog niet klaar?

Dat is geen vraag.

Dat is een opmerking.

Kritiek.

Daar ben ik niet zo goed in.

In kritiek ontvangen.

Is geen kerncompetentie.

Ik werk langzaam hard.

Per week meestal 4 dagen.

Op sommige dagen moet ik veel sjouwen.

Of op het dak van het huisje bezig.

Dat is zwaar.

Voor mij heel zwaar.

Steeds als er weer een onderdeel klaar is, kan ik met trots
ernaar kijken.

Allemaal zelf gedaan.

Alleen.

Soms werk ik in mijn allergie.

Op dit moment doet ik dat.

Ik moet de windveren schilderen.

Ik ben zwaar allergisch voor schilderen.

Ik vind er geen bal aan.

Ik kan het niet.

Moet wel gebeuren.

Als de windveren eraan zitten, ga ik voegen.

Heb ik nog nooit gedaan.

Misschien ben ik er wel goed in.

Daarna gaan we op vakantie.

Soort bouwvak heb ik dan.

Wel vier weken.

Ben tenslotte geen echte bouwvakker.

Maar dat wist ik al.